Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mensenkind, [53]gij zult uw brood eten met beven, en uw water zult gij met beroerte en met kommer drinken. 53. Te weten om te betekenen de benauwdheid, vrees en verslagenheid, waartoe de Joden in Jeruzalem en overal in het land gebracht zouden worden; vergelijk boven hfdst.4 vs.16.